ELS

Woont in: de Olofsbuurt

Sinds: 1989

EEN MAALTIJD OM NIET TE VERGETEN
Hatseflats! Mijn man en ik kennen elkaar via het werk. Ik werkte bij een wijkcentrum in de binnenstad en voor het wijkkrantje mocht ik iemand interviewen. Ik vond Paul al leuk en dacht: ‘Als ik hem ga interviewen, kan ik meteen meer over hem te weten komen. Een van de vragen was ‘Wat is je lievelingseten?’ Paul zei toen: ‘Hatseflats’. Dat kwam uit zijn studententijd, dat ze allerlei restjes door elkaar deden in een pan, zoals rijst en groenten, en dan hatseflats alles door elkaar roeren. Dat is wel de maaltijd waar ik direct aan terugdenk en dat maken we nog best vaak.

EEN BORD MET EEN BIJZONDER VERHAAL
Dat is een sierbord van Dordrecht, omdat ik oorspronkelijk uit Zwijndrecht kom. We hebben een kleine verzameling Delfts blauwe sierborden van steden waar we iets mee hebben. Dat is ooit begonnen met een Delfts blauw bord van Delft, dat we gekocht hebben op een rommelmarkt in Brussel, waar we een weekend waren. Zo’n markt met van die kleedjes met spullen erop. We zagen dit bord en dachten: ‘Hee, da’s leuk, dat is van Delft’. Dus we vroegen wat het bord moest kosten en de marktkoopman zei: ‘Doe maar vijf euro. Later zagen we hier op de rommelmarkt in Delft deze zelfde borden liggen voor vijftig euro. Het bord is helemaal gaaf, echt een mooie vondst. Dus wie weet gaan we er nog wel eens mee naar Tussen kunst en kitsch.

FAVORIETE MANIER VAN ETEN
Altijd aan tafel, nooit met een bordje op schoot. Daarom hebben we ook een woonkeuken met een lange tafel. Ook met kamperen aten we aan tafel. We hadden een aanhangwagen en het deksel van dat karretje was onze eettafel. We hoefden alleen maar de poten eraan te schroeven.

ZOU GRAAG EENS ETEN MET
Paul zijn moeder. Ik heb haar nooit gekend, want ze is overleden toen Paul 16 was. Met haar zus kan ik het goed vinden en ik had haar ook zo graag willen leren kennen. Paul kwam uit een katholiek gezin van vijf kinderen. Hij heeft leuke verhalen van de pap die zijn vader ’s morgens maakte en minder leuke verhalen dat zijn moeder hem om spinazie stuurde en hij – voor zijn idee – met een weekendtas vol spinazie naar huis kwam en mee moest helpen om de spinazie te wassen en de steentjes eruit te halen en dat zijn moeder van de restjes dan ook nog spinaziesoep maakte. Die spinaziesoep gaan we maar niet eten, daar heeft Paul slechte herinneringen aan. Dan wordt het waarschijnlijk aardappelen, vlees en groenten, zoals dat in die tijd gebruikelijk was. Of een gebraden kip, die met Kerst bij hun op tafel kwam.